Interview met Barend Schipper
componist, concertpianist en dirigent.
Door Aag van der Zanden
Het is 3 december, en ik ben in de muziekschool om Barend Schipper te interviewen.
Hij is dirigent van het wereldmuziekkoor waarin ik zing. Ik wil hem interviewen omdat ik zijn manier van instuderen zo bijzonder vind. Hij laat je vaak iets zingen of klappen en dan even wachten tot het in je lichaamsgeheugen is opgenomen. Hij zegt ook vaak: als je betekenis aan iets geeft onthoud je het beter. Hij is zichzelf en één en al muziek.
We zitten in het lokaal waar we gewoonlijk zingen. Eerst achter een tafel, maar omdat dat niet helemaal goed voelt dan maar tegenover elkaar op een stoel. Dat voelt als meer in nabijheid. Ja, en hoe begin je dan? Ik vraag of hij iets over zijn leven wil vertellen.
Barend begint: "Ik ben opgegroeid met muzikale ouders. Mijn vader studeerde tijdens de oorlog intensief piano en werd uiteindelijk pedagoog. Hij heeft na de oorlog in Rotterdam kinderen geholpen met ernstige oorlogstrauma's. Mijn moeder heeft haar jeugd op Curaçao doorgebracht. Een echte interculturele samenleving, met veel muziek, theater en kunst."
"Ik ging naar het atheneum en wilde daarna naar het conservatorium. Ik werd gevraagd om in een schoolband (rock-) pianist en zanger en componist te worden. Ik was toen 12 jaar. We merkten dat we ons na een paar jaren gingen gedragen naar wat de schoolgenoten van ons als band verwachtten, we gaven toe aan ons groepsgedrag. Het was een beetje een eer geworden, prestige, om in de band te zitten. Door dat soort lokmiddelen verdwijnt je vrije wil, en dan is de wedstrijd verloren. We hebben toen uiteindelijk een anti stoerheids campagne ingezet. Met bijzonder onhippe kleren voldeden we aan geen enkele verwachting meer en speelden we veel meer wie we van nature waren. We hebben gevoeld dat we ons moesten beperken tot wat we echt wilden en dat was creëren van binnenuit, onbevangen. Dat deed ik tot m'n 18e jaar. Rhythm and blues, jazz rock, symfonische rock."
"Nieuwe klassieke muziek componeren. Dat heb ik vanaf mijn 20e gedaan. Ik heb veel mensen ontmoet en veel kansen gekregen om te doen wat ik te doen heb en daarbij voelde ik telkens mijn intuïtie verscherpen. Het gaat erom bij mezelf en bij de ander te blijven en niet bij wat de norm is. Te kiezen wat voor mijzelf in contact met de ander, het juiste is, en daarvoor verantwoording te nemen. Doe ik dat niet dan neemt het leven het over en word ik geleefd".
"Ik was op een bepaald moment in Venetië en er was weer eens zo'n moment van 'hoe nu verder'? Die avond raakte ik met iemand aan de praat, dat bleek een geweldige choreograaf, met wie ik contact heb gehouden. Met hem en enkele van zijn collega's heb ik muziek voor dans ontwikkeld en 10 jaar met elkaar gewerkt, elkaars ontwikkeling gestimuleerd".
"Wereldmuziek raakt me, het draagt cultureel erfgoed over. Als dirigent bij het wereldmuziekkoor, het close harmony koor en twee wereldmuziekensembles waar ik dit seizoen ben begonnen, houd ik van de duidelijke structuur die de vorige dirigent heeft neergezet. Hiervandaan laten we de gezongen muziek verder ontwikkelen door tijdens het zingen te luisteren naar elkaar, onszelf en vooral naar wat de inhoud van de muziek ons vertelt. Dit is de houding van een maker van muziek, dit is mijn basis houding. Nu we elkaar hebben leren kennen in het koor, begint 'het' voor ons te werken; het samen zingen waarin ieders stem afzonderlijk bijdraagt door de aanraking van het andere van elk stuk uit een ander deel van de wereld. Ik vind het echt fantastisch dat dit zo werkt".
"In mijn werk als componist en pianist is de integratie van wereldmuziek en klassieke muziek belangrijk. Dat was in eeuwen voor ons veel gebeurd omdat wereldmuziek uit andere culturen, klassieke muziek inhoudelijk heeft verfrist. Toen ik vakmanschap van klassieke muziek voor het concertpodium ging integreren met wereldmuziek was dat al lang niet meer gedaan. Hierin was ruimte om mijn eigen taal ontwikkelen; dat betekende dat ik weer vakmanschap ontwikkelde in het maken van emotionele, ontroerende muziek. Hoe werkt de muziek als ontroering? Ik heb daar lang voor gestudeerd, in vier Europese hoofdsteden, en dit onderwerp gedoceerd aan conservatorium en universiteiten, en tijdens die twaalf jaar een directe creatie techniek ontwikkeld. Daarin komt de compositie in een keer op in afgeronde vorm die ik dan speel aan de vleugel."
"Het is een kunstvorm die vrijwel alle klassieke componisten beheersten en die ik in onze tijd weer nieuw leven heb ingeblazen. Zo geef ik mijn concerten. Ik wil bijdragen aan een interculturele samenleving in de brede zin, waarin we niet bang zijn voor het andere, maar van elkaars wijsheid proberen te leren. Ik werk bijvoorbeeld met een neurowetenschapper met wie ik optredens geef over hoe muziek ons bewustzijn aanraakt, ook in de intuïtieve laag. Hoe we ons laten ontroeren door muziek en elkaar. De musicus leert van de wetenschapper, de wetenschapper leert van de musicus. We hebben in onze Westerse wereld vooral aandacht gegeven aan de logica. Die kant van ons is naar mijn overtuiging te veel belang toegeschreven. Dat aan te vullen met onze menselijke gevoelskant levert niet alleen een warmere omgang op. Je wordt er enthousiaster en creatiever van. Je komt meer tot leven. Je intuïtieve kant is je emotie en logica tegelijk. Het enige constante van het leven is immers verandering. Als we dat met blijdschap omarmen blijkt er veel mogelijk: voor elke deur die dichtgaat, gaat een andere deur open. Dat is in mijn leven zo geweest, misschien herkent een ander ook iets hierin".
Ik heb wel een gevoel waar het over gaat. Volg je intuïtie...Laat je door je eigen en andermans intuïtie en gevoelskant enthousiasmeren en ontroeren, zegt Barend.