Ontwikkelingsvermogen - Centrum voor generativiteit, betekenisverlening, dialoog, eigenheid, verbinding, herwaardering van het persoonlijke, leven en werk, respect, wederkerigheid, bezinning, betekenis, betekenend perspectief, filosofie, systeemtheorie, systemisch werk, kwantumfysica, zingeving, bezinning, zelfbezinning, de tijd, synchroniciteit, praktische spiritualiteit, creativiteit, persoonlijk leiderschap, Generativiteit, generativisme

Ontwikkelingsvermogen


Onze persoonlijke ontwikkeling is een zelforganiserend proces met een metaforisch karakter. Dat wil zeggen dat er een generatieve wisselwerking is tussen het individuele en collectieve niveau van ons leven, waarbij informatie van het ene op het andere niveau wordt overgedragen (meta-pheroo = over-dragen). Deze ‘over-dracht’ legt de basis voor onze referentie, de manier waarop wij ‘betekenis’ geven aan onze ervaringen.

Onze generativiteit, ons ontwikkelingsvermogen, ontspruit aan de wederkerigheid van deze wisselwerking. Hoe meer wij in staat zijn onszelf te herkennen in ons 'verhaal', hoe meer wij ons kunnen ontwikkelen in wederkerigheid. Want in die wederkerigheid ontstaat onze creativiteit, vanuit de metaforische tussenruimte van eigenheid en verbinding. Waarin wij onze motivatie en onze zingeving vinden - onze subjectiviteit, in onze verbinding met de collectiviteit van ons systeem.

Ieder mens heeft z’n eigen referentie en z’n eigen metaforen. Wanneer wij in staat zijn om objectiviteit met subjectiviteit te verbinden, kunnen we ook anderen zien in hun eigen ‘verhaal’, met hun eigen subject. Dan ontdekken wij een ‘meta-bewustzijn’, waarvan ieder mens een uniek aspect vertegenwoordigt; met een eigen betekenis, en een eigen uitdaging.

Innerlijk bewustzijn

Het is dit ‘meta-bewustzijn’, dat ons uittilt boven onze eigen referentie. Daarin heeft niemand de wijsheid in pacht, maar ieder van ons een aspect ervan in eigendom! En het is deze aspectualiteit, die ons de sleutel biedt tot ontwikkeling, die we nodig hebben om niet opgesloten te raken in ons eigen systeem - in onze patronen van referentie en ervaring.

Want onze referentiepatronen zijn gericht op het herkennen van overeenkomsten. Maar onze aspectualiteit richt zich op de waardering van verschil. Wanneer beide elkaar aanvullen verbinden ze ons met de zich ontwikkelende werkelijkheid. Maar wanneer we dat integratievermogen verliezen, kunnen we vervreemd raken van ons zelf en onze eigen betekenis.   

Ieder levend systeem kent een stroombalans. Enerzijds moet het voldoende stabiel zijn om zichzelf in stand te houden, anderzijds moet het voldoende ontvankelijk zijn om niet te stagneren. In déze stroombalans ontwikkelt ons systeem die eigen ‘betekenis’, waarin het bijdraagt aan het grote geheel, vanuit z’n aspectualiteit. Daarmee is deze ‘stroombalans’ de basis voor ons functioneren, op alle niveaus. En onze betekenisontwikkeling is daarin onze leidraad, de ‘pilot wave’.